Tekst en foto’s: Bart Claes 

Enkele seconden, hooguit een minuut voor je de laatste stap neemt, wordt het muisstil in je hoofd.  Een laatste blik naar de duizelingwekkende diepte van de Lysefjord onder je. Diep inademen. Adrenaline. En dan alsof het de doodnormaalste zaak is, die drie passen zetten op een rotsrichel en in het midden van die fameuze kei tussen twee rotswanden gaan staan.

De Lysefjord is een van de mooiste en meest indrukwekkende fjorden van Noorwegen: 42 kilometer lang, 500 meter diep en omzoomd met grillige rotsformaties en bergen. De hoogste top is de Kjerag die zo maar eventjes 1084 meter bijna kaarsrecht boven het waterniveau uittorent. Een prachtig wandelgebied, dat spreekt voor zich. Met als uitschieters twee dagtochten naar bestemmingen die je niet kan negeren. De Kjeragbolten is de eerste, een rots van ongeveer 5 m³ die tussen twee steile rotswanden ingeklemd zit en daaronder een schrikwekkende diepte. Indrukwekkend op zich, maar mits enkele behendige passen kan je op die rots gaan staan. Kan je je voorstellen hoeveel indruk je maakt op Facebook met zo’n profielfoto? De tweede blikvanger is de Preikestolen, een rotsformatie die zich 605 meter boven het water staande houdt. Zo recht en hoekig, alsof de rots uit legoblokjes werd opgetrokken.

Uitvalsbasis Stavanger

We overwonnen onze hoogtevrees en trokken de Lysefjord rond. Voor dit stukje ruwe, Noorse natuur hoef je niet de Poolcirkel over. De Lysefjord ligt heel zuidelijk ter hoogte van de stad Stavanger. De Noorse koelheid lijkt hier te ontdooien in de kleurrijke winkeltjes en cafeetjes van Øvre Holmegate – het Notting Hill van Stavanger – en aan de haven waar de vissers hun versgevangen krab verkopen. De perfecte uitvalsbasis.
Met de ferryboot en een busrit sta je op een uurtje aan de Preikestolen Fjellstue, de jeugdherberg waar de klim naar de Preikestolen begint. Vier kilometer lang is de tocht, met 350 hoogtemeters te overbruggen naar de 604 meter hoge rotsformatie. Twee uur, volgens de toeristische informatieborden, maar langer dan anderhalf uur doe je er niet over. Een tip: vertrek zo vroeg mogelijk. De Preikestolen is de populairste wandelbestemming hier, en tijdens vakantiedagen kan het er behoorlijk druk zijn. Maar in de vroege ochtend maak je de mooie klim naar boven over houten knuppelpaden en rotsen helemaal alleen.

Naar adem happen

De mist speelt nog wat parten als we de top bereiken, maar uiteindelijk geven de grijze sluiers zich gewonnen in hun gevecht met de zon. Het uitzicht naar de Lysefjord doet naar adem happen. De diepte ook. We laten onze benen even over de rand hangen. Even maar, want het lijkt toch niet echt veilig. Hoeveel mensen zouden er al naar beneden gevallen zijn? Niet over nadenken. We kijken uit over een schier eindeloos plateau van grijze, afgestompte bergen van rots, met daartussen blauwgrijze fjorden. Een gebald, dramatisch landschap, gevormd tijdens de vorige ijstijd. En daar in de verte moet ergens Kjerag zijn. En de Kjeragbolten.

Maanlandschap van rotsen

De volgende dag zijn we vroeg uit de veren en pikken de huurauto op. Je geraakt er wel met de bus en de boot, maar de autorit naar het bergrestaurant Øygardsstølen – op de weg naar Lysebotn – is een beleving op zich. We komen langs meren met eenzame vissershuisjes en dorpen met gekleurde, houten huizen en kerken. Vanaf Byrkjedal verandert het landschap en wordt het ruwer naargelang we hoger de bergen in rijden richting Sirdal. Het laatste half uur rijden op de Lysebotnvegn is surreëel. Een maandlandschap van rotsen en mosgroene dalen. Deze weg is alleen open van mei tot oktober.
De parking van het bergrestaurant Øygardsstølen is het vertrekpunt voor de tocht naar de Kjeragbolten. Als we nog een half uurtje langs 27 wispelturige haarspeldbochten hadden gereden, zouden we in Lysebotn zijn. Het moet er in de winter behoorlijk eenzaam zijn als de enige weg ernaartoe afgesloten is. Een boottocht over de Lysefjord is dan de enige manier om weg te geraken.
Het infobord verklapt ons dat de tocht naar boven minstens 2,5 uur duurt. We stijgen van 640 meter naar 1020 meter. Met kinderen onder de tien jaar moet je dit niet doen. Aan de moeilijkste passages kunnen we ons optrekken aan kettingen, aan de rand van het rotsplateau gaapt de diepte. En dan zien we plots de fameuze Kjeragbolten. Kleiner dan ik me had voorgesteld, maar toch ook levensgroot en heel echt. Het is wat het is: een rotsblok dat tussen twee rotswanden geklemd zit en daaronder een gapende diepte van een kilometer. De waaghalzen die er op gaan staan, doen dat zonder beveiliging, zonder houvast, boven een gruwelijke afgrond. En anders dan panoramawandelingen op glazen plateaus is dit puur natuur. Opnieuw vraag ik me af: hoeveel mensen zijn daar al afgevallen?

“Niet naar beneden kijken”

Links naast de kei vormen de rotsen een natuurlijk platform. Van daar kan je er op. Gemakkelijker dan het op het eerste gezicht lijkt, maar toch zijn de laatste drie, vier passen niet voor doetjes. Je moet een smalle richel over, met naast je alleen maar de diepte. En dan moet je die ene, laatste pas zetten naar het midden van de kei. Niet te klein, niet te groot. Niet te veel nadenken, maar gewoon doen zonder twijfelen. Want twijfel kan doden in dit geval. Echt. De enkele seconden voor ik weet dat ik de passen ga zetten, valt alles stil. Mijn hoofd is leeg. Leger dan het ooit geweest is. Het enige wat ik zie, is die kei. Ik voel de rotswand waar mijn handen op rusten. Ik maak me los, zet die drie passen en sta dan kaarsrecht in het midden van de rots. Niet naar beneden kijken, maak ik mezelf sterk. Ik adem rustig in, voel de adrenaline door mijn lichaam gieren, mijn blik naar voor, waar mijn vriend de obligate foto maakt. Voor dit moment doe ik het. Niet voor de foto, maar voor dit gevoel van overwinning. Overwinning van iets heel echts. De tocht ernaartoe, de klim, de enkele stappen, en nu, deze seconden hier in het midden van Kjeragbolten als ultieme apotheose.
Het moment is voorbij. Ik neem even vlot als ik er op ging weer drie passen naar veiligheid. De euforie zindert na. De schoonheid van het landschap dringt nu pas echt door, nu de fixatie op de Kjeragbolten afgenomen is. Zo ver ik kan kijken, zie ik rotsen en bergen, met in een bijna loodrechte lijn, een kilometer naar beneden, het blauwgrijze water van de Lysefjord. We nemen de tijd om te kijken, gewoon te ademen en niets meer dan dat. Prachtig. Een boot beneden is niet meer dan een stipje op het water.

Veiliger met twee

Je kan deze trip zonder problemen alleen doen. Maar om kosten te delen, is het een pak voordeliger met twee. Veiliger ook, want op de kliffen van een kilometer hoog boven de Noorse fjorden kijk je toch maar best goed uit waar je je voeten zet. En wie zal anders die ultieme foto maken als je eenmaal op de Kjeragbolten staat?


Route en bewegwijzering
De tochten naar de Preikestolen en de Kjeragbolten zijn allebei bewegwijzerd. De klim naar de Preikestolen start aan de jeugdherberg Preikestolen Fjellstue in Jørpeland, een uurtje met de bus en de ferry van Stavanger. De wandelroute is amper vier kilometer lang, maar je doet er al snel anderhalf tot twee uur over. En op de top moet je ruimschoots de tijd nemen om het landschap in je op te nemen.
Aan het bergrestaurant Øygardsstølen bij het dorpje Lysebotn vind je een overzichtsbord van de tocht naar de Kjeragbolten. Een flinke klim van twee uur. Een ferry brengt je over de Lysefjord van Stavanger naar Lysebotn, daar neemt je de bus langs 27 grillige haarspeldbochten naar het vertrekpunt. Of je huurt een auto.

Info
Je kan in een tocht van een zevental dagen de hoogtepunten van de Lysefjord aan elkaar rijgen. Je mag vrij kamperen in Noorwegen, maar de juiste route is maar moeilijk te vinden over de rotsen. Haal een kaart bij Toerisme Stavanger (www.stf.no). Je vindt er ook informatie over organisaties die een meerdaagse tocht rond de Lysefjord organiseren. Ook de website van de Norwegian Trekking Association helpt je verder: www.dnt.no