Tekst en foto’s: Niel Van Herck
Met een luide plons ploept een groot stuk ananas naast mijn kajak, in het frisse maar oh zo troebele rivierwater. Vanop de oever ziet een van onze bevoorraders mijn vertwijfelde blik, waarop hij me luid toelacht dat geen rivier zo proper is als de Witte Nijl. Daarvoor zitten we dicht genoeg bij de bron. Mijn armen zijn na een vijftal ‘rapids’ veredelde spaghettislierten, dus de nood aan wat extra power overstemt de potentiële kans op een nachtje wc-pot. Er volgt nog een flesje water en een – gelukkig verpakt – chocolademelkbroodje, waarna de kapitein van de groep ons de volgende rapid in brult.
De oorsprong van de Nijl
Grote ontdekkingsreizigers als David Livingstone en Alexine Tinne streden al vroeg tegen de wilde stroomversnellingen van de Nijl, op zoek naar diens oorsprong. Maar het was wachten tot de Brit John Hanning Speke in 1858 de bron van de Nijl ontdekte in wat nu Jinja, Oeganda is. Werelds langste rivier (of is het dan toch de Amazone?) ontspruit namelijk deels in Ethiopië via de Blauwe Nijl en deels in Oeganda/Rwanda via de Witte Nijl. En die laatste is een walhalla voor rafters en white water kajakkers.
Weinig mensen associëren het Afrikaanse continent met wilde rivieren, dichtbepakte wouden en extreme sporten, maar wie Oeganda doortrekt, wordt getrakteerd op een weergaloze natuurpracht. Mistige bergtoppen, glooiende heuvelbossen, indrukwekkende meren. Gorilla-trektochten zijn waarschijnlijk het populairst, maar ook heel wat vogelliefhebbers trekken in Oeganda met veel plezier een verrekijker uit de rugzak. Het avontuur loert letterlijk om elke hoek. Zo werd ik tijdens een nachtje kamperen langs de rivier door een gezinnetje nijlpaarden op vraattocht gewekt, een andere nacht stal een slingeraap mijn rechtse teenslipper. Hij mocht de linkse nochtans ook hebben.
Jinja, dorp vol extremen
Jinja is de ‘place to be’ voor zij die even aan het stof van het drukke Kampala willen ontsnappen. Op een tweetal uur rijden van de hoofdstad, aan de oevers van het Victoriameer, is een hechte community van new-agers, natuurliefhebbers en sportfanaten ontstaan. Wie door de gezellige straatjes vol cafés en restaurants slentert, herkent er meteen een beetje Ubud (Indonesië) of Yangshuo (China) in, nog twee van die echte avonturenhubs. Aan winkeltjes vol kleurrijke sieraden, pofbroeken en helende talismannen geen gebrek. Probeer trouwens zeker eens The House of Snacks voor spotgoedkope lokale gerechtjes.
Wie door Jinja Main Street wandelt, wordt overstelpt met activiteiten als paardrijden, hiken en mountainbiken, maar wij zijn hier om de wereldberoemde ‘rapids’ van de Nijl te overwinnen. Vroeg in de ochtend ronkt een aftandse vrachtwagen volgeladen met kajaks en rafts ons wakker. De rit door de bergen is meteen een mooi opwarmertje, dankzij het slechte wegdek worden we als balletjes in een rammelaar door elkaar geschud. “African massage”, lacht de chauffeur luid. De vering kreunt bij elke bocht, de rivier naast de weg begint alsmaar meer te kolken. Stiekem beginnen de zenuwen toch ook wat op te borrelen.
Niet onterecht trouwens, de oorsprong van de Nijl mag dan als een idyllisch kabbelend beekje klinken, ‘t is een ‘badass’ kolkende watermassa. De strook bestaat uit een aaneenschakeling van ‘rapids’ of stroomversnellingen, de een al wat moeilijker dan de ander. Klinkende namen als The Nile Special, Devil’s Mouth en The Bad Place doen al vermoeden dat er gepeddeld zal moeten worden. Je kan verschillende routes volgen, maar ga je voor de full experience, dan mag je toch ‘rapids’ van klasse drie tot en met vijf (het hoogste) verwachten. De durvers kunnen zich zelfs wagen aan een vijf plus of een zes (leek me eerder een stevige vijf).
De witte schuimkoppen
Reddingsvest, check. Helm, check. Peddel, check. Eitje in de broek, check. Dicht bij de Bujagali-dam worden de drie rafts al in het water gelaten. In groepjes van vijf klimmen zenuwachtige toeristen hun klotsende boot in, waarna de uitgelaten gidsen nog een laatste veiligheidscheck doen. Je leest de spanning op de gezichten. Wanneer ik mijn kajak inkruip, voel ik het frisse water behoorlijk trekken aan mijn benen. Kleine zilveren visjes zoeven voorbij, terwijl ik een litertje Nijlwater met mijn helm opschep voor een eerste kennismaking.
Je kan dus kiezen hoe je de rivier wil afdalen; in een raft met zijn vijven, helemaal solo in een kajak of in een duo-zit, met een begeleider mee. Let wel dat je voor de solo-kajak stevig wat ervaring moet hebben. Kunnen eskimoteren (je gekapseisde kajak onder water omdraaien) is een absolute must, een rivier kunnen lezen zeker een meerwaarde. Zelf trok ik een eerste keer door de lijn met een duo-kajak, om zo de ‘rapids’ wat te leren kennen. De dag erop was het solo te doen. Ben je niet helemaal zeker van je stuk, of heb je geen ervaring, ga dan zeker voor de raft. Niet alleen de veiligste optie, het is ook de makkelijkste. Maar eens goed gespoeld worden, zit er bij alle vaartuigen wel bij.
Onder luid gejoel van de gidsen peddelen we de kajaks in de stroming. Wij gaan altijd als eerste; kantelt een van de rafts achter ons, dan kunnen wij de drenkelingen oppikken en terug naar hun raft brengen. De adrenaline begint te stromen, het water klotst alsmaar harder tegen mijn kajak. Ik voel de rivier sleuren aan mijn peddel, in de verte hoor je het gebrul van de ‘rapid’. Met een slinkse blik kijk ik even hoe mijn compagnons de eerste klasse drie stroomversnelling aansnijden, de duo-kajak draait door een stuurfout om, dus besluit ik maar voor bruut geweld te gaan. Volle kracht vooruit! Ook de rafters na ons geraken zonder veel kleerscheuren door de eerste stroomversnelling.
Tussen de pittige stukken door wordt er vooral veel gelachen, geroepen en met water gegooid. James de hoofdgids, duidelijk in zijn waternopjes, trommelt een beat op zijn kajak. De andere gidsen barsten spontaan uit in een zangstonde en ik word helemaal warm van het Afrikaanse lied. We dobberen traag met de stroming mee en genieten van elkaars verhalen. Een otter duikt snel weg, langs de oever worden we argwanend in de gaten gehouden door vogels in het riet, de zon brandt op de wijd gespreide vleugels van een ooievaar die overvliegt. In de verte zie je de contouren van Oegandas bergen, kinderen roepen luid “muzungu” (wittekop) en spurten een stukje mee langs de waterkant. Nijlkrokodillen en nijlpaarden zitten er ook maar kom je normaal gezien niet tegen.
Ploeteren en peddelen
James roept alle kajakkers bijeen. Er staat ons een heel pittige rapid klasse 5 te wachten en de kans dat de rafts omslaan is navenant. Hij geeft wat tips mee rond de vaarlijnen en hoe je een panikerende rafter best op je kajak trekt. Mijn hart bonkt in de keel en ik zie mijn collega’s hun reddingsvesten en spatzeilen toch wat harder aantrekken. De adrenaline rusht door mijn lijf bij elke peddelslag richting de chaos. Mijn flow zit goed, ik pak wat snelheid en op de golven zie je al wat witte schuimkoppen vormen. Le moment suprème…
Knallen met die peddel, duiken op het juiste moment, mond proberen toehouden en vooral heel veel water over je heen krijgen. Ik peddel als een gek, trotseer de eerste grote golven, probeer wat bij te sturen, maar zie dan een golf van een dikke twee meter voor me opkomen. Helaas zit ik niet helemaal juist gepositioneerd in de golf, maar alle kracht om te corrigeren ontbreekt. Geen ontkomen aan, ik doe nog een laatste duikbeweging maar de golf slaat vol op mijn rug toe. Door de enorme kracht van het water word ik aan de andere kant van de golf weer uitgespuwd, weliswaar zonder peddel. Die is in de gigantische wasmachine uit mijn handen gerukt. Maar ik zit nog in mijn bootje, ik adem en ik heb net duizenden liters water getrotseerd. Nijlwater smaakt trouwens zo slecht nog niet.
De rafters hebben minder geluk. Een voor een zien we de grote rubberen boten spectaculair omslaan, met hier en daar een vliegende rafter. Af en toe komt er eentje happend naar lucht boven, de een al wat meer in paniek dan de ander. Sommigen zijn duidelijk in shock door wat net gebeurd is, anderen brullen de longen uit het lijf van plezier. De uitgeputte Australiër die zich ondertussen aan mijn kajak vastklampt, vraagt met veel wanhoop en angst in de ogen: “how many more?”
Op het einde van de tocht zie ik hem vrolijk op de oever zitten, pintje in de hand, helm nog half op zijn hoofd. Hij ziet me en roept overenthousiast “BEEEELGIUUUUUM”, zijn bedankje voor mijn uiteraard heroïsche daad. Moe, maar voldaan gooi ik me bij de bende, nog zonder besef dat ik de volgende dag op acht wilde gorilla’s ga botsen tijdens een hike.
Cadeau voor avonturiers
Oeganda is een cadeau voor avonturiers, met als kloppend hart het gezellige Jinja. Je kan er terecht voor zowat alle outdoor-ervaringen, zoals raften, kajakken, bungeejumpen, quadrijden en mountainbiken. Maar ook hikers, sportvissers en natuurliefhebbers halen er hun hart op. Voor wildwaterfans is de Nijl een must; verwacht je maar aan enkele kolkende rapids van een ongezien niveau, begeleid door enkele topgidsen en echte atleten in het water. Beginners slaan enkele rapids te voet over, gevorderden mogen eigenlijk doen wat ze willen. Een must voor de durvers!
- De Nijl is met een lengte van ongeveer 6.650 kilometer de langste rivier ter wereld, maar er is wat discussie of het toch de Amazone niet is.
- De rivier stroomt door maar liefst elf landen, waaronder Egypte, Soedan, Oeganda, Ethiopië en Kenia.
- Osama is de bekendste Nijlkrokodil. Hoewel berucht misschien beter is. Hij at meer dan tachtig mensen op, locals dachten dat het beest onsterfelijk was en in 2005 werd de kolos van vijf meter en 75 jaar oud dan toch gevangen.
- 26% van Oeganda is bedekt met rivieren en meren. 11% van alle vogelsoorten, 6% van de vlinders en 8% van alle zoogdiersoorten leven in Oeganda. Ze heeft ook de grootste concentratie chimpansees.
- Er worden meer dan dertig talen gesproken in Oeganda, Engels is de hoofdtaal.
Meer verhalen van Niel lees je op zijn blog: Tjoolaard.be