Tekst en foto’s: Bart Deseyn

Zaterdagochtend negen uur, met mijn Nederlandse vrienden sta ik aan het kerkje van het charmante dorpje Tintigny. Ze vinden het nu al geweldig. De autorit hierheen leidde ons namelijk door een van de mooiste stukjes België. Het zacht glooiende landschap van de in mist gehulde Gaumestreek met zijn in zandsteen opgetrokken boerderijtjes. Het was alvast een goed voorsmaakje voor wat nog komen gaat; een driedaagse kanotrip op de Semois.

Ik heb ze naar dit ongerepte stukje België gelokt met de belofte van een ware wilderniservaring op de mooiste rivier van de Lage Landen. Hun scepsis is aanzienlijk, maar het idee van een kanotocht met vrienden overwint alle twijfels. De Semois is een klassieke kanorivier die alle ingrediënten heeft voor een onvergetelijk avontuur. Ze volgt haar natuurlijke loop, zonder kanalisatie of rechttrekking. De omringende natuur is adembenemend, met prachtige uitzichten, imposante kliffen, rustige stromingen, leuke stroomversnellingen, vredige kampeerplekken, magnifieke beukenbossen en middeleeuwse kastelen in pittoreske dorpjes.

Een avontuurlijke en sportieve kanoroute

De Semois is de perfecte rivier voor meerdaagse kanotochten met een bevaarbare route van 120 kilometer tussen Chiny en Bohan. Ze is, afhankelijk van de waterstand, het hele jaar geopend. In de herfst en winter kan een extra dag worden toegevoegd door te starten in Tintigny. Dat stuk van de bovenloop is 25 kilometer lang en alleen geopend van 1 oktober tot 15 maart. Dat maakt de Semois-afvaart niet alleen avontuurlijk, maar ook sportief, met bijna 150 kilometer aan ononderbroken navigatie! De afdaling vindt voornamelijk plaats door natuurgebieden. Op het water varieert de stroming van snel tot kalm, zonder grote moeilijkheden. Nochtans bestaat hier en daar het risico op omslaan, vooral bij het passeren van de dammen. Dat vereist een goede peddel- en vaartechniek en een degelijke uitrusting met waterdichte tassen en kisten. Een zorgvuldige routeplanning is essentieel om goed te weten waar eventuele obstakels zich bevinden.

Een biodivers paradijs: natuurlijke habitats langs de Semois

Vanaf de bron in de regio Arlon tot aan de monding in de Maas in Frankrijk is de Semois voornamelijk een Ardeense rivier, behalve in de eerste 70 kilometer tussen Arlon en Chiny, waar ze door de Lotharingse vlakte stroomt. De verschillende geologische gebieden die ze doorkruist, veranderen het aanzicht van de rivier aanzienlijk. Na de langzame meanders van de uitgestrekte Gaumevlakte duikt de rivier de Ardennen in. Ze vervolgt er haar pad tot aan de Franse grens waar ze veranderd van naam. Ze legt haar laatste kilometers in Frankrijk af als Semoy. Haar einddoel is Monthermé waar ze uitmondt in de Maas.

Steile, wilde en beboste hellingen, diep uitgesneden meanders en drassige graslanden wisselen elkaar af in het Ardeense gedeelte. Dat resulteert in een mozaïek van habitats die een grote biodiversiteit genereren. Deze biologische rijkdom wordt erkend door de Europese Commissie, aangezien meer dan 80% van de vallei is opgenomen in het Europese ecologische netwerk ‘Natura 2000’. In de zomer bloeien de weilanden met weelderige bloemen en vormen ze belangrijke leefgebieden voor insecten, reptielen en vogels. In de winter vliegen roofvogels zoals buizerds, slechtvalken en bruine kiekendieven boven deze vlaktes. Ze zweven sierlijk laag boven de grond, op zoek naar kleine knaagdieren. Langs de waterkant zijn grote zilverreigers te zien, elegante vogels met witte veren en zwarte poten. IJsvogels zijn ook talrijk, omdat het klimaat vaak milder is en het water later bevriest. Winter is het paarseizoen voor eenden en zwanen. Hun fascinerende paringsrituelen met ritmische bewegingen zijn bijzonder om zien vanuit de kano.

Hoewel het waterleven in de ­winter op het eerste gezicht lijkt te vertragen, is dat niet het geval. Forel maakt namelijk gebruik van periodes met hoog water om te paaien en kiest daarbij grind- en kiezelgebieden in ondiepe en goed geventileerde delen van de rivier. Ze kunnen ook kleine zijrivieren opgaan wanneer het waterpeil stijgt om hun eieren stroomopwaarts te leggen. Door tegen de grindbedden te schuren, reinigen ze het substraat en vormen ovale paaiplekken van ongeveer vijftig centimeter lang. Deze paaiplekken, samen met de eieren en jonge vissen die ze herbergen, zijn bijzonder gevoelig. Daarom is het erg belangrijk te varen bij voldoende hoge waterstanden om te vermijden dat je ze beschadigt door vertrapping of schuren door boten. Het is belangrijk om deze rijkdom te beschermen. Daarom is aanleggen en stoppen langs de oevers alleen toegestaan op speciaal aangewezen locaties die duidelijk zijn aangegeven met borden voor in- en uitstapplekken en aanlegplaatsen.

Van Tintigny naar Chiny: ontdek de Gaumevlakte

In Tintigny zijn we even bezig omdat de aanlegplaats aan de linkeroever stroomafwaarts van de brug moeilijk bereikbaar is. Onze auto’s parkeren we 50 meter verderop op een kleine parkeerplaats. Het eerste deel van dit traject, tussen Tintigny en Termes, is het langste, ongeveer 11 kilometer. Bij aanvang is de rivier op sommige stukken niet breder dan 5 meter en slingert ze zich eindeloos door nauwe meanders. De tocht verloopt rustig in een omgeving van weilanden en bosjes. Over het algemeen is de navigatie gemakkelijk vanwege de zwakke stroming maar toch worden we verrast door een omgevallen boomstam die de volledige breedte van de rivier verspert. Voorzichtigheid is dus geboden omdat je zelfs bij weinig waterdruk tegen obstakels kunt worden geduwd.

Ongeveer 9 kilometer stroomafwaarts komen we aan de eerste dam bij het dorp Termes. Ze lijkt intimiderend maar kan gemakkelijk gevaren worden via een doorgang in het midden. Let goed op dat je niet de doorgang links op de dam neemt. Dat is een sluis die niet passeerbaar is voor kano’s. Bij lagere waterstanden of als je de dam liever niet wilt varen kan er aan de rechteroever worden overgestapt.

We vervolgen onze tocht richting Jamoigne en blijven door hetzelfde bucolische landschap varen. Ondertussen is er stevige wind opgestoken die we op kop moeten trotseren. Door het open landschap wordt het een stuk inspannender om vooruit te geraken. Gelukkig blijft de rivier grillig meanderen waardoor we regelmatig uit de wind zitten. Voor Jamoigne is er maar één echt obstakel dat voorzichtig moet worden genomen. De dam van Jamoigne ligt ongeveer 5 kilometer na die van Termes. Er is een zijtak voor de dam (de dam is niet zichtbaar) en je moet absoluut een doorgang zoeken in het smalle, bochtige kanaaltje aan de linkerkant. De doorgang aan de rechterkant is verboden en leidt naar de molen. Voor de zekerheid stoppen we en doen een verkenning via de linkeroever. Ongeveer 1,5 kilometer na deze passage is er een aanlegplaats in Jamoigne, stroomopwaarts van de brug aan de linkeroever.

Stroomafwaarts van Jamoigne vertraagt de stroming en wordt de rivier gevoed door het water van de Vierre. De Semois blijft rustig en wordt breder. Ondertussen begint het te schemeren en lijkt het erop dat we na zonsondergang op onze bestemming zullen aankomen. We hebben nog 7 kilometer voor de boeg voor we in Chiny aankomen. De afdaling is nog steeds erg kalm en wordt minder bochtig. Ongeveer 4,5 kilometer na Jamoigne varen we het dichte bos in. Onmiddellijk valt de duisternis en wordt het windstil. Het is een bijzonder gevoel om in totale duisternis op het water te zitten. Her en der horen we bevers die hard met hun staarten op het water slaan om ons te verjagen. We peddelen verder. Iedereen nu verlangend naar de tent en een warme kachel. Aangekomen in Chiny op Camping Le Canada kwijt iedereen zich aan zijn taak, is het kamp binnen een half uur opgebouwd en zitten we gezellig rond het vuur na te genieten van een prachtige kanodag.

Van Chiny naar Chassepierre: langs hoge kliffen en pittoreske dorpjes

Vanochtend vertrekken we vroeg want we hebben een behoorlijk sportieve route van alweer 25 kilometer voor de boeg. Het is ondertussen ook beginnen regenen maar dat kan de pret niet drukken. Allemaal gekleed in een droogpak of waterdichte kledij zijn we klaar voor een van de mooiste stukken van de Semois. We stappen in aan de linkerkant van de rivier waar veel ruimte is en een mooie steiger die het beladen van de kano’s gemakkelijk maakt. Ondertussen hebben we zicht op de prachtige zandstenen Saint-Nicolas-brug die met vier sierlijke bogen de oevers verbindt. Omdat er net na de brug een strekdam ligt beslissen we om eerst even te gaan kijken hoe de passage erbij ligt en hoe we hem best negotiëren. De dam moet uiterst links worden gevaren maar dat is niet aangeduid dus is oplettendheid geboden. Ook liggen er na de dam enkele grote stenen die behendig moeten ontweken worden.

Omdat we een hoge waterstand hebben varen we zonder problemen over de dam maar krijgen al onze boegpeddelaars een stevige emmer water over zich heen. Beneden deze passage neemt de rivier direct zijn tempo aan; wij kunnen genieten van een stevige stroming die ons gezwind meeneemt. De rivier maakt een grote bocht rond Chiny en leidt snel naar een tweede dam zonder duidelijke passage. Als het waterpeil het toelaat kun je er omheen varen via het kleine kanaaltje links van de dam. We hebben geluk en worden snel door het smalle beekje gestuwd.

Na 4 kilometer is er de tweede aanlegplaats van Chiny aan de linkeroever net na een loopbrug. De Semois vervolgt hier haar loop door de bossen. We varen langs hoge rotsen met kleurrijke namen zoals Rocher Pinco en Le Hât. Lacuisine kondigt zich aan door een duidelijke vertraging van de stroming. Na Le Hât en La Rochette aan de rechterkant varen we langs een prachtige grote weide, les Jardins de la Goutelle. Het is een groot park waar de locale bewoners op zondagmiddag van de rust komen genieten. De rivier neemt hier de allure van een langgerekt meer aan en de stroming lijkt helemaal weg te vallen. We moeten behoorlijk peddelen nadat we eerder op de dag weinig meer moesten doen dan sturen.

Op het einde van deze rustige passage varen we verder over de dam van Lacuisine. Die is gemakkelijk te varen via een brede gemarkeerde doorgang ongeveer in het midden van de dam. Ook hier is er weer een gegarandeerde douche voor de boegpeddelaars. De rivier slingert nu door een open landschap tot aan Florenville, waar de kerk op de heuvel de vallei domineert. Met onze rug naar Florenville peddelen we naar het noorden tot aan Martué (1 kilometer), waar de resten van een oude dam ervoor zorgen dat we zorgvuldig onze weg moeten kiezen tussen verschillende eilandjes. Vervolgens gaat de Semois bijna 10 kilometer lang het bos in, met een eindeloze reeks bochten die ons helemaal desoriënteren. In dit deel van de route zitten veel rotsen. Dankzij het behoorlijke waterpeil wordt deze sectie een uitstekende technische oefening waar we allemaal veel plezier aan beleven. Na het verlaten van het bos strekt zich een laatste grote bocht uit tussen de weilanden die het mooie dorp Chassepierre omringen. Onmiddellijk na de brug van Chassepierre is er aan de linkeroever een grote weide waar je kunt uitstappen. Wij varen nog enkele honderden meters verder naar Camping Le Semois waar we aan de waterkant onze tent opslaan.

Door het woud, van Chassepierre naar Cugnon

Na Chassepierre stroomt de Semois naar het noorden en begint zijn volledig bosrijke loop, tot aan de Franse grens, ongeveer 95 kilometer verderop. Op 5 kilometer stroomafwaarts van Chassepierre steken we de Vanne des Moines-dam over door te dragen. Varen kan ook maar omdat we te zwaar geladen zijn beslissen we om dat niet te doen. Om varend over te steken neem je de passage aan de uiterst rechtse kant van de dam. Dragen doen we aan de linkerkant waar we onze kano’s gemakkelijk te water kunnen laten in de kiezels van een klein eilandje stroomafwaarts. Ongeveer 5 kilometerna de Vanne des Moines brengen twee nauwe meanders ons naar een groot rietbed. Hier zitten wel twintig zwanen. Daarna, na enkele honderden meters, opent het bos zich aan de linkerkant naar het park van het oude Prieuré de Conques. Nog een meander en bij het verlaten daarvan moet opnieuw een oude dam worden overgestoken: de passage hangt af van het waterpeil en is meestal gemakkelijker aan de rechterkant.

Een kilometer verder, na de grote spoorbrug, verschijnt de Moulin Willaime-dam, met de camping aan de rechterkant. Er is een passage tussen de grote stenen, niet aangelegd en smal, aan de linkerkant van de dam. Deze passage is technisch en de doorgang is moeilijk te herkennen. Bovendien is er direct na de dam een zeer scherpe bocht naar rechts. We hebben er behoorlijk veel plezier aan beleefd. Aangezien het manoeuvre lastig is voor beginners is het beter om de kano over de dam te dragen. Dat doe je best aan de rechterkant zo dicht mogelijk bij de molen.

Na de Moulin Willaime gaat de rivier weer het bos in voor een lange meander, die de Tombeau du Chevalier vormt. Boven ligt de burcht van Herbeumont. Op 6 kilometer stroomafwaarts van Moulin Willaime wordt de stroming aanzienlijk rustiger bij het naderen van het Plage des Nawés vlakbij Herbeumont.

De Nawés-dam steken we over via een opeenvolging van passages aan de linkerkant van de dam. Erg leuk maar ook technisch omdat je tijdens de passage voortdurend van links naar rechts moet manoeuvreren om de smalle doorgangen te kunnen bereiken.

Stroomafwaarts van Moulin Deleau leidt de Semois naar Linglé, bij Mortehan. Vanaf hier wordt de Semois “bevaarbaar” volgens de wetgeving. Dit zijn bepalingen uit de middeleeuwen en ze herinneren ons aan de geschiedenis van deze plaatsjes waar de befaamde Semoistabak en hout over de rivier werden vervoerd. Wij peddelen nog twee kilometer verder in een ruime bocht rond Mortehan tot aan ons einddoel, de Moulin de Cugnon waar we een laatste dammetje afvaren (aan de linkerkant) en zo onze tocht in schoonheid afsluiten.

Een onvergetelijke ervaring

Tijdens onze trip op de Semois raakten we steeds meer betoverd door de schoonheid en unieke ervaringen die ze biedt. De rivier onthult haar geheimen met elke kilometer, en toont verborgen juweeltjes en betoverende landschappen. Het weelderige groen van de watergentiaan, het rustgevende geluid van stromend water en de vredigheid van de omgeving creëren een gevoel van rust dat nergens anders in België te vinden is. De rivier onthult steeds weer zijn veranderende karakter, van rustige stukken tot opwindende stroomversnellingen, van smalle passages tussen kliffen tot wijde vlaktes waar het water rustig meandert. Elke bocht brengt een nieuwe verrassing. We bevinden ons midden in de natuur, losgekoppeld van de drukte van het dagelijks leven. De Semois biedt een toevluchtsoord van de moderne wereld, en biedt de kans om weer in contact te komen met jezelf en de eenvoud van leven in harmonie met de natuurlijke omgeving.

Duurzaamheid en respect voor de natuur

Aan het einde van ons driedaagse kano-avontuur op de Semois zijn we vervuld van een diep gevoel van dankbaarheid, ontzag en vriendschap. De Semois heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten en herinnert ons aan de schoonheid en grootsheid van de natuurlijke wereld. We zijn getuige geweest van de delicate balans van ecosystemen, de rijke biodiversiteit die gedijt langs de rivieroever, en het belang van het behouden en beschermen van deze fragiele omgevingen.

Het belang van duurzaam recreëren in de natuur en verantwoordelijk gedrag kunnen hierbij niet genoeg benadrukt worden. We moeten de impact van menselijke activiteiten op de rivier en haar omgeving minimaliseren door de regels na te leven, aangewezen aanmeer-en stopplaatsen te respecteren en rekening te houden met het delicate ecosysteem. Zo kunnen we ervoor zorgen dat deze fantastische natuurlijke schat op de lange termijn behouden blijft.

Een getuigenis van de kracht en fragiliteit van de natuur

De Semois, met zijn charme en schoonheid, staat als een getuigenis van de kracht en veerkracht van de natuur. Maar ook van zijn fragiliteit. Ons avontuur op de Semois heeft ons eraan herinnerd hoe belangrijk het is om deze kostbare natuurlijke ruimtes te behouden en te koesteren, niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties.