We gaan nu niet beweren dat het leven van gletsjermummie Ötzi een en al rozengeur en maneschijn was, maar wanneer ik op IceMan Ötzi Peak op 3251 meter hoogte van een fenomenaal uitzicht geniet, moet ik hem nageven dat hij wel smaak had in de keuze van zijn verblijfplaats. 

We zijn te gast in Val Senales/Schnalstal, vindplaats van de ongetwijfeld meest beroemde inwoner van Zuid-Tirol die ongeveer 5300 jaar geleden overleed. De ontdekking van de mummie, tijdens ons bezoek dertig jaar geleden, wordt dan ook uitgebreid gevierd. Ook wij zullen ons een paar dagen laten onderdompelen in de leefwereld van Ötzi. Ondertussen gaan we natuurlijk ook gewoon genieten van het leven en avontuur in deze imposante bergwereld. 

Boomgaarden en gletsjers

Eerst even situeren. In tegenstelling tot wat je op basis van de naam misschien zou denken, heeft Zuid-Tirol eigenlijk niets te maken met het Oostenrijkse Tirol. Zuid-Tirol is de meest noordelijke provincie van Italië en behoort tot de regio Trentino-Zuid-Tirol. De streek is drietalig: Italiaans, Duits en Ladinisch. Dat verklaart ook waarom vele plaatsnamen in de twee talen aangeduid staan. Val Senales/Schnalstal ligt dan weer in het noorden van Zuid-Tirol, grenzend aan Oostenrijk en Zwitserland. Val Senales kent als het ware twee gezichten: in het dal heerst een aangenaam mediterraan klimaat wat leidt tot ontelbaar veel appelboomgaarden en overheerlijke wijnen. Hoog boven die appelboomgaarden heerst een hoogalpiene klimaat met eeuwige sneeuw op de vele gletsjers. 

De leefwereld van Ötzi

We nemen onze intrek in het smaakvol ingerichte en gerenoveerde Oberraindlhof, waar nostalgische Tiroolse flair en authentieke historische traditie hand in hand gaan. De Italiaanse keuken is eerlijk en overheerlijk, de kamers zijn ruim en ingericht met lokale en hoogwaardige producten. De zon schijnt, morgen belooft een heerlijke dag te worden. Met het Oberraindlhof zitten we ook meteen op een prima locatie – netjes tussen de gletsjer en het bruisende Merano – ideaal voor een verkenning van de regio.

Geen geschikter plaats om je in de leefwereld van Ötzi onder te dompelen dan het volledig aan hem gewijde museum, Archeoparc. Dit archeologisch openluchtmuseum biedt een erg interessante inkijk in hoe het leven vele duizenden jaren geleden er mogelijkerwijs uitgezien moet hebben. We leren bij over kleding, wapens, voedsel… We varen met een kano, gaan boogschieten, bezoeken nagebouwde hutten uit de tijd, leren brood bakken en kuieren onder een  Italiaans zonnetje.

Lunchen doen we hoog boven het Vernago-reservoir, in het Finailhof. Op 1689 meter boven de zeespiegel ligt de gemeente Vernago/Vernagt aan het gelijknamige stuwmeer. Het stuwmeer werd in de jaren 1950 gegraven, het gletsjerwater dat erin verzameld wordt, glinstert turkooskleurig. Bij een lage waterstand komt de kerktoren die tijdens de bouw van de 65 meter hoge stuwdam samen met acht boerderijen onder het water verdween, terug tevoorschijn. 

Den boom in

Een stevige lunch zal geen overbodige luxe blijken. De namiddag belooft immers pittig en uitdagend te worden, voer voor mensen zonder hoogtevrees. Met een tienjarige dochter die helemaal gek is van klimmen, slingeren we het Ötzi Rope Park binnen. In een prachtig natuurlandschap en boven een indrukwekkende kloof ligt een uitgebreid en vaak erg hoog touwenparkoers en avonturenpark. Musketons, touwen, slings… het zijn niet meteen vreemde termen voor ons. De veiligheidsinstructies gaan dan ook behoorlijk vlot. Het touwenparkoers is onderverdeeld in verschillende moeilijkheidsgraden. De allerkleinsten vinden hun gading op eenvoudige parkoersen die nooit hoger dan drie meter gaan. Laat ons stellen dat vanaf parkoers vier de meer ernstige dingen beginnen. We springen, klauteren, fietsen over een stalen kabel, balanceren op een snowboard, doen basejumps, slingeren in netten, klimmen op touwladders, nemen ziplines over een in de diepte gapende indrukwekkende kloof.

“Met de tienjarige dochter kan je alles tot en met parkoers 7 doen”, was ons verteld. Ik sla een praatje met de uitbater van het Ötzi Rope Park, hij ziet hoe Lisi zonder probleem en vrees doorheen de verschillende parkoersen raast en vertrouwt me toe dat er eigenlijk nog een achtste parkoers is, eentje waar hij niet al teveel reclame voor maakt, wegens wel heel erg hoog, moeilijk en uitdagend. Dat hoef je haar geen twee keer te zeggen. We hebben al best veel touwenparkoersen en avonturenparken bezocht, maar het Ötzi Rope Park is met voorsprong het meest indrukwekkende dat we ooit aandeden. Voor de liefhebbers, een absolute aanrader. 

Ötzi Peak

Op een hoogte van 3251 meter kijken we uit over eeuwige sneeuwvelden en gletsjers, Grawandspitze, Weiszseespitze, Wildspitze, Finale Peak, Similaun en Ortler. Even daarvoor namen we vanuit Maso Corto de kabelbaan naar Glacier Hotel Grawand op 3212 meter, het hoogste hotel in Europa. De overige hoogtemeters klauteren we over een in de rotsen uitgehouwen trap naar het platform dat zicht geeft op waar Ötzi zijn dagen gesleten heeft. De gletsjer is deze zomer netjes ingepakt, alles om zoveel mogelijk sneeuw te besparen.

Het kunstwerk van Olafur Eliasson, ‘Our Glacial Perspectives’ leidt ons over de bergkam doorheen een soort van tijdslijn van de vijf voornaamste ijstijden. Aan het eind van de bergkam glinstert het paviljoen van staal en glas in de zon. Het zijn allemaal maar voorproefjes van de echte wandeling die ons staat te wachten.

We hebben immers lunch in Refugio Bella Vista en om daar te geraken, dalen we van de top op 325 meter naar de prachtige ‘Schone Aussicht’-hut op 2845 meter. Wij passeren eeuwige sneeuwvelden, lopen over smalle en vaak pittig steile weggetjes, worden door een grote groep geiten vrolijk begroet en schuiven een paar uur later aan voor een van de beste huispasta’s ooit. Akkoord, misschien zijn onze smaakpapillen een beetje beïnvloed door de buitenlucht en de honger na de inspanning. Refugio Bella Vista is een prachtige en voortreffelijk uitgeruste berghut waar niet enkel de keuken maar ook het verblijf van topkwaliteit zijn. Een wellness, zonneterras sauna en hottub met zicht op gletsjers maakt het plaatje compleet. Voor het vervolg van onze dag zijn er twee opties. Ofwel lopen we de weg terug naar boven en dalen we met de kabelbaan af naar ons startpunt. Ofwel doen we de rest van de afdaling gewoon te voet, nogmaals goed voor pakweg nogmaals achthonderd meter afdalen. De keuze is snel gemaakt. Het is een prachtige dag, de zon schijnt, we hebben geen haast. We zullen wel snel eventjes te voet gaan. De rest van de wandeling is heerlijk genieten in een indrukwekkend bergdecor. We stoppen om van het uitzicht te genieten en de voeten af te koelen de voeten in kabbelende bergriviertjes. Het ijsje op een terrasje in Maso Corto is dan ook welverdiend.

Merano en mountainbike

Met mountainbikegids Marco van de Ötzibike Academy gaan we vandaag trails rijden boven het heerlijk mediterrane Merano. We volgen de rivier Etsch-Adige en bollen zo heerlijk ontspannen naar de Rio Lagundo-kabelbaan. De fietsen gaan de kabelbaan in en een paar minuten later staan we in Aschbach klaar om op eigen kracht te gaan klimmen. Neen, niet met een krachtige e-mountainbike, de hoogtemeters zullen door beenkracht en longinhoud op een niet-aangedreven mountainbike, door Marco gekscherend bio-bike genoemd, overwonnen worden. Het eerste deel van die klim over een brede gravelweg is niets bijzonders, we genieten van prachtige landschappen en klimmen vrolijk tetterend verder. Na de Naturnser Alm komt dat vrolijk kwetteren tot een abrupt einde. De klim naar het plateau op Nörderberg is pijnlijk steil. Op de top genieten we van een imposant uitzicht over Vinschgau, Schnalstal, de Texelgruppe en de Dolomieten. Grazende koeien kijken mountainbikers verdwaasd grazend na.

De afdaling van het plateau richting de kerk van Vigiljoch is wat wij hier pure enduro zouden noemen: we zoeken een weg tussen veel te grote rotsblokken, veel te diepe drops en veel te dreigende boomwortels. Voorbij de toeristische trekpleister van het Vigiljoch klimmen we verder naar het hoogtepunt van deze uitstap. Op de Bärenbadalm doen we in het gelijknamige restaurant nieuwe verse krachten op. De Steinbruchtrail die ons opnieuw naar Rio Lagundo brengt, is een lange onafgebroken adrenalinekick. We razen door een donker en prachtig bos, sommige stukken zijn steil tot heel erg steil. Alles waar je als ervaren mountainbiker van droomt, wordt hier veelvuldig voor je wielen gesmeten: switchbacks, drops, rotsblokken, worteltapijten… Een momentje van onoplettendheid leidt tot wat schaafwonden en een mini-deuk in mijn ego. De rest van de namiddag spelen we toerist in wandelgebied Meran 2000. Op de zonnige hoogvlakte boven kuurstad Merano jagen we de hartslag nogmaals de hoogte in op de rodelbaan Alpin Bob, blazen we uit op een zonneterras en worden we bevriend met de blonde haflinger-paarden, kenmerkend voor deze streek. 

De Zuid-Tiroolse alpinist, Reinhold Messner wist het reeds langer: “De Dolomieten zijn de mooiste bergen ter wereld.” Wie zijn wie om hem tegen te spreken. Rugzak gepakt, wandelschoenen aangetrokken, klimgordel en musketon rond ons middel gesnoerd, met de mountainbike gescheurd… en genoten van imposante bergdecors en een overheerlijke keuken. Val Senales/Schnalstal is een contrastrijk en intrigerend stukje outdoorsportparadijs in Unesco-werelderfgoed dat de ontdekking meer dan waard is. 

www.schnalstal.com